Coco Montoya (US) tiltle: Writing on the Wall music: Blues release date: 2023 label: Alligator Records info artist: Coco Montoya © Rootsville 2023 |
---|
Altijd al fan geweest van deze uit Californië afkomstige bluesgitarist. Met zijn debuutalbum 'Gotta Mind To Travel' uit 1994 wist hij me meteen tot zijn schare fans te rekenen. Nummes als 'Can't Get My Ass In Gear', de prachtige ballad 'Never Seen You Cry This Way Before' en 'Nothing But Love' blijven tot mijn favoriete bluesnummers behoren waarbij zijn skills als gitarist en zijn soulvolle klankkleur als een rode draad dorrheen zijn albums lopen.
Na samenwerkingen met vooraanstaande blues labels 'Blind Pig Records, Alligator Records en het Duitse Ruf Records werd zijn nieuste album 'Writing on the Wall' zo terug ondergebracht bij 'Alligator Records'. Een album met daarop 13 nummers die de gekende singature van Coco Montoya kracht komen bij te zetten. Onwaarschijnlijk ook om te weten dat Coco zijn carrière begon als drummer bij Albet Collins. Later nam ook John Mayall deze linkshandige gitariste onder zijn hoede.
Writing on the Wall is zijn elfde album en zesde voor Alligator. Voor het eerst bij genoemd label brengt Montoya zijn beproefde band de studio in in plaats van te vertrouwen op sessiemuzikanten. Centraal in het geluid staat de bekende toetsenist en songwriter Jeff Paris (Keb 'Mo', Bill Withers), samen met bassist Nathan Brown en drummer Rena Beavers. De ervaren, veelzijdige bluesman Tony Braunagel produceerde terwijl Paris coproduceerde. Deze 13 nummers bevatten vijf originele nummers en acht covers. Ja, er verschijnen ook gasten - Ronnie Baker Brooks, Lee Roy Parnell, Dave Steen, terwijl Braunagel ook de drummer is op vier nummers.
Het album begint met de oprechte tearjerker en snijdende gitaar op de eerste single ‘I Was Wrong’, voor Montoya geschreven door songwriter Dave Steen, die ook het volgende ‘Save It For the Next Fool’ schreef. Steen is als schrijver of medewerker betrokken bij vijf nummers, net als Paris. Coco zingt beide met aangrijpende emotie, waarbij de meerdere keyboards van Paris de laatste doordringen, evenals achtergrondvocalisten in de refreinen terwijl Montoya’s gitaar zweeft. "You Got Me (Where You Want Me)" is een ouder, door Don Robey geschreven nummer, gepopulariseerd door Bobby "Blue" Bland, waarin de gitaristen Montoya en Ronnie Baker Brooks met elkaar in gesprek gaan.
Prikkelende gitaar kleurt de ode aan het hedonisme, Paris’ ‘(I’d Rather Feel) Bad about Doin’ It.’ ‘Be Good to Yourself’ bevat de beukende piano van Paris en de indringende beats van Braunagel die honderden bluesalbums hebben gemarkeerd. Montoya klinkt los in zijn scherpe zang en even doordringende gitaarlicks. “Stop”, een nummer van wijlen Lonnie Mack dat al lang verdiende vaker gecoverd te worden, is een duidelijk hoogtepunt. Deze langzame blues geeft Montoya het perfecte lanceerplatform voor een kenmerkende spiraalvormige gitaarexcursie.
“A Chip and Chair” klinkt met powerchords en de wilde, snijdende slide-gitaar van gast Lee Roy Parnell, terwijl in “Baby, You’re a Drag” Ronnie Baker Brooks terugkeert, dit keer zowel gitaar- als vocale verzen uitwisselend met Montoya. Het is blues ‘guy talk’ over vrouwenproblemen waarbij deze twee ervaren bluesmannen het naar hun zin hebben. Langzaam sudderende blues verschijnen opnieuw met Steen’s ‘The Three Kings and Me’. Toch blijft Montoya, in tegenstelling tot op “Stop”, relatief ingetogen en biedt hij snelle, scherpe gitaarvullingen in plaats van een lange solo, wat hij waarschijnlijk zal doen tijdens een live optreden. Met een beetje symmetrie sluiten Montoya en de band af met de Paris/Montoya co-auteur van “Natural Born Love Machine”.
tracks:
01. I Was Wrong (3:49)
02. Save It For The Next Fool (4:19)
03. You Got Me (Where You Want Me) (3:33)
04. (I'd Rather Feel) Bad About Doin' It (4:05)
05. Be Good To Yourself (3:16)
06. Stop (5:43)
07. Writing On The Wall (4:16)
08. Late Last Night (4:52)
09. What Did I Say (5:33)
10. A Chip And A Chair (4:39)
11. Baby, You're A Drag (4:47)
12. The Three Kings And Me (5:27)
13. Natural Born Love Machine (4:25)